Een echte hipster laat zich niet afschrikken door een tent die nog het meest op een Turks stoombad lijkt, en dus mengt enola zich ook vandaag tussen de marcellekes, snorren en reusachtige brilmonturen in de Castello. Op deze laatste Pukkelpopdag valt daar helaas minder bijzonders te ontdekken dan verhoopt.
De verrukkelijke vijftien van Pukkelpop:
|
Wie meer Pukkelverslag wil, klikt voor de langere verslagen van de vijftien beste concerten hieronder. |
Neem Blawan, die ons op papier (en vinyl) wel kan bekoren, maar noest DJ’end in de sauna die Castello heet, na een kwartier iets te rechtdoorzee lijkt te beuken. In de Dance Hall om de hoek dropt Loadstar bassen die harder in onze nek vallen dan de zon, maar ook dat haalt het niet van de hitte.
Gelukkig is daar Light Asylum, dat met zijn ijskoude new wave beats en droge Oostblokdrums weinig van doen heeft met alle platte dubstep, die we de voorbije dagen over het hele dansterrein hoorden waaien. Een paar minuten lang merken we de muziek zelfs nauwelijks op: frontvrouw Shannon Funchess is een Grace Jones from hell met de kracht van een dokwerker, en dat is behoorlijk indrukwekkend om naar te kijken. Ze beschikt bovendien over een grom die zelfs Willis Earl Beal van gisteren kajietend zou doen afdruipen, en wanneer ze die drapeert over de doordrammende synths van songs als “Dark Allies”, trilt de tent op zijn grondvesten. “Dance! Dance!” bijt Funchess het publiek toe wanneer ze het bijna catchy “IPC” inzet. Als mevrouw het zo vriendelijk vraagt, durven wij niet weigeren.
Niet om op te dansen: Lower Dens, het zijproject van singer-songwriter Jana Hunter, dat stilaan bekender dreigt te worden dan de zangeres zelf. Het was wellicht de warmte in de Castello die er voor zorgt dat er weinig volk staat, maar de vier uit Baltimore laten het niet aan hun hart komen en spelen een strakke set vol donkere shoegaze. De bas staat bij momenten zo stevig dat de oordoppen bijna uit onze oren daveren, maar dat past natuurlijk wel bij hun hypnotiserende aanpak. Nadeel van de statische en wat onpersoonlijke stijl is dat eentonigheid en hypnose vaak niet ver van elkaar liggen. Dat neemt niet weg dat hoogtepunten als “Propagation”, “Nova Anthem” en de voor hun doen best stevige afsluiter “Brains” het beste doen verhopen voor een mooie toekomst voor het viertal.
’s Avonds is er wél veel volk, wellicht omdat de Dance Hall op dat moment niets te bieden heeft en omdat Four Tet er de vertaalde en verplaatste Chateau zal afsluiten. Het is met Kieran Hebden alleen te doen, die met deze set openlijk solliciteert naar een plaats in de Boiler Room. Het publiek lust heel wat pap van zijn uurtje dat vooral wordt gedomineerd door beats en waarin melodie vaak ver te zoeken is. Plezant is het zeker, maar veel te hapklaar als je weet wie aan de knoppen draait. Hebden heeft met dit optreden wellicht heel wat zieltjes gewonnen, maar dan niet met zijn folktronica die hem tot zo’n icoon heeft gemaakt. Een wat teleurstellend slot.