Belgische hardcore behoeft al lang geen introductie meer. In de jaren negentig werd dankzij Congress, Liar en Spirit Of Youth opgekeken naar de zogenaamde H8000-scene. Sinds de tweede helft van de jaren ’00 lijkt met Rise And Fall, Oathbreaker en Black Haven het zwaartepunt verschoven naar Gent. Faith bewijst dat de creatieve storm van onze eigenste hardcore nog niet gaan liggen is.
Associeer de Belgische scene nooit met hyperpopulaire “metalcorebands” als Hatebreed, Emmure of Parkway Drive. Congress en soortgenoten combineerden evengoed de agressie en energie van hardcore met de heaviness van metal, maar klonken duizend keer intenser dan de Angelsaksische variant. Jawel, vandaag bestaan er ook nog hardcorebands die niét teren op aanstellerig machismogedrag, laaggestemde en opgepompte riffs (waardoor elk nummer een beetje hetzelfde klinkt) en een obligate wall of death — waarbij een in twee gesplitst publiek opgeroepen wordt om net als in Mel Gibsons film brutaal op elkaar in te hakken.
Oathbreaker bijvoorbeeld klinkt op Maelstrom niet alleen hondsbrutaal, maar haalt ook elementen uit de experimentele metalhoek van Neurosis en Celtic Frost. Ook Rise And Fall grossiert sinds jaar en dag in verpletterende hardcore die de ziel diep raakt. Het voorlopige hoogtepunt van zijn experimenteerdrang was Our Circle Is Vicious (2009), een album dat meteen aankwam als een dolle rit in een rollercoaster.
Drie jaar na het minder hapklare Our Circle Is Vicious klinkt Rise And Fall weer als een goed geoliede machine. Met non-stop pompende drums en ongemeen harde riffs, beide ondergedompeld in een modderpoel van ranzige bassen, laat het Gentse viertal je in “A Hammer And Nails”, “Deceiver” en “The Gallows Await” meteen hyperventileren. Bjorn Dossches verscheurende schreeuwen doen daar nog een schepje bovenop.
Zelfs met nieuwe invloeden scheurt het album als een oerdegelijk Motörhead-album aan een rotvaart voorbij. Mede dankzij een alweer haarfijne productie van Kurt Ballou lijken de nummers op Faith stukken beter aan elkaar gesmeed dan op zijn voorganger; luister maar eens hoe de verschroeiende climax in “The Gallows Await” uitmondt in “Burning At Both Ends”. Zelfs twee meer laidback nummers passen perfect in het donkere geheel.
Maar “Things Are Different Now” en “Breath” klinken niet relaxt in de strikte zin van het woord; het zijn tragere, meer onconventionele nummers voor hardcorefans die het eens anders willen. Na onafgebroken gebeuk in de eerste nummers neemt de band met meer sfeervol materiaal het nodige gas terug. Het meest in het oor springend, is het griezelige melodietje van Cedric Goetgebueur in “Things Are Different Now” dat klinkt als een donkere knipoog naar The Cure. De messcherpe riffjes in het noisy “Breathe” doen dan weer aan latere postpunk denken, tot een dreunende bas en explosief drumwerk weer een gorgonisch sfeertje oproepen.
Vervolgens begeeft Rise And Fall zich op het kruispunt van vlammende Entombed-metal en de anarchistische hardcorepunk van Black Flag. “Hidden Hands” en “Deadweight” is zuivere punk-meets-metal in d-beat-stijl van Trap Them en Oathbreaker: groovy en in your face, met tussenin lekkere solootjes. En daarna is het nog niet afgelopen. In “Faith / Fate” staat eerst de storm van blastbeats garant voor een ferme oorveeg. De langgerekte gitaarsirene, die daarop volgt, dringt als een gladde worm in je oren en blijft minutenlang hangen. De cirkel is rond. Dat is dan een song die je volledig — maar dan ook volledig! — in de ban neemt.
U had het wellicht al door: over de hele lijn is Faith de beste plaat van Rise And Fall. De band kan chaos en emotie als de beste combineren, en blijft daarmee een van de meest opmerkelijke hardcorebands. Onze landgenoten lijken hoe langer hoe meer de Europese evenknie van Converge en gaan dit jaar met hun Amerikaanse helden ongetwijfeld veel potten breken.