EMI, 2011
“Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem – ploem ploem”
schrijft Paul Van Ostaijen in het weergaloos eenvoudige gedicht
‘Marc groet ’s morgens de dingen’. Eenzelfde sfeer roept voor
ondergetekende het oeuvre van Yevgueni op: de kracht van het
Nederlands is hier haar herkenbaarheid en hoewel Klaas Delrue geen
diepfilosofisch dichter is, toont hij zich wel keer op keer een
begenadigd songschrijver. Een keizer van het detail ook, waardoor
nummers als ‘Als Ze Lacht’ en ‘Manzijn’ er in het verleden al
moeiteloos in slaagden een vaste stek in onze harten te
veroveren.
Met ‘Welkenraedt’ brengt Yevgueni, Vlaanderens kleinkunsthoop in
bange dagen, ondertussen haar vierde plaat uit, al valt het
leeuwendeel van de nummers hier nog bezwaarlijk in dat vakje onder
te brengen. Zanger Klaas Delrue mag dan wel opkomen voor Groen!, op
muzikaal vlak hebben ze de geitenwollen sokken al lang opgeborgen
en ongetwijfeld zit producer Stef Kamil Carlens van Zita Swoon daar voor
iets tussen. Zo is het titelnummer er één met een behoorlijke
weerhaak – al had dat vreemdsoortige experimentje op het einde voor
ons niet gehoeven, neigt ‘Lege handen’ met zijn warrige intro zelfs
voorzichtig naar Radiohead en krijgt
ook eerste single ‘Was Er Maar Iemand’ naast een leuke twist een
opvallend gruizelige finale aangemeten.
Maar niet gevreesd, tegelijk geeft Yevgueni naar aloude traditie
ook op ‘Welkenraedt’ de lente een duwtje in de rug. ‘Elisa’ zorgt
van bij de eerste noten voor een stevige injectie Vitamine D en die
fractie van een seconde ingehouden spanning voor het refrein
losbarst is van het opwindendste dat wij in tijden gehoord hebben.
Met kinderlijk enthousiasme declameert Delrue zijn schrijfsels,
waardoor zelfs enigszins platgetreden paden als “Ik hoor je niet,
maar ik heb je wel begrepen” uit zijn mond overtuigend klinken.
Andere tradities worden evengoed in ere gehouden en zo vergast
Yevgueni ons ook op hun vierde langspeler op een verrassende cover.
Samen met de brommende stem van Jan De Wilde wagen ze zich aan
Eels‘
‘Beautiful Freak’, maar we moeten toegeven dat we niet zo goed
weten wat uiteindelijk van ‘Zalige Zot’ te denken.
Op andere vlakken is onze mening dan weer wel zeer uitgesproken,
zoals in het geval van ‘Veel Te Mooie Dag’. Net zoals de zon te
hard scheen op de dag dat goede vriendin Yasmine het tijdelijke
voor het eeuwige inruilde, klinkt de gitaar hier te vrolijk voor
het intrieste verhaal. Het Nederlands mag dan vaak als euvel voor
goede popmuziek gezien worden, maar zorgt er hier enkel voor dat de
hartbrekende boodschap nog acuter aankomt. Ook ‘Verder Zonder Haar’
klinkt opvallend opwekkend voor het relaas van wat Delrue laconiek
“een echte wereldramp” noemt en met een aardige woordspeling zet
hij ons op het verkeerde been. Dit keer geen liefdesverdriet, wel
een vervaarlijk terugwijkende haarlijn.
Met de nodige uiterlijke ongemakken worden de mannen van
Yevgueni groot en zo ook het ondertussen met het behangpapier van
hun oeuvre versmolten personage Robbie. Zoals het hoort is ‘Robbie
en de Aftocht’ verre van een vrolijk nummer over gemiste kansen,
spijt en “doodgewoon vergeten waar je nu had willen staan / en
waarom het dan zo anders is gegaan”, door de strijkers op het einde
met een extra laagje bitterheid overgoten. De beste metafoor voor
opgroeien vinden we echter terug op ‘Hofstraat’, waar Delrue er met
enkele rake woorden – een sponzen broek, een tunnel en een
sportpaleis – in slaagt een heel nostalgisch universum op te
roepen. “Ik huil niet mee, ik ben al groot” zingt hij, maar vergeef
het ons als Yevgueni bij ons op tijd en stond toch nog voor een
krop in de keel kan zorgen.
Yevgueni staat op donderdag 24 maart in de AB, en op 23
april in de Handelsbeurs in Gent.