Met hun twaalfde studioalbum bevestigen de krasse knarren van Wire nog maar eens hun status van postpunklegende. Maar ook niet veel meer dan dat. Daarvoor vallen ze op Red Barked Tree net iets te vaak in herhaling.
De songs op Red Barked Tree doen immers geregeld denken aan Pink Flag, Chairs Missing en 154, de eerste drie albums uit het oeuvre van Wire. Niet dat we daar rouwig om zijn: deze minimalistische meesterwerkjes vormden immers de blauwdruk voor het betere werk van bands als Sonic Youth, The Cure, Fugazi, Pixies, R.E.M., Blur, Franz Ferdinand, My Bloody Valentine, Black Flag, Mike Watt, Guided By Voices, Manic Street Preachers… De lijst met fans die onder invloed van Wire zelf een band uit de grond stampten is schier eindeloos en bijna even lang als die van muzikanten die de besnaarde wapens opnamen nadat ze The Velvet Underground leerden kennen.
Maar op Red Barked Tree valt weinig nieuws te ontdekken. Het niveau blijft hoog, maar de originaliteit is soms ver te zoeken. Al te vaak krijg je als Wirefan van het eerste uur het gevoel dat je het allemaal al eens eerder hoorde. Vooruitgeschoven single “Two Minutes” en het noisy “Moreover” bijvoorbeeld zijn digitale mokerslagen van jewelste die echter even goed op Send of de Read & Burn-EP’s hadden kunnen staan. En “Clay” drijft onmiskenbaar op dezelfde groove als “I Am The Fly”, een van de bekendere nummers uit de beginperiode van de groep.
In “Adapt”, dat drijft op een dromerige gitaarpartij en een al even weemoedige tekst, hoor je hoe Syd Barrett zou geklonken hebben mocht hij tien jaar later geboren zijn. “Now Was” en “A Flat Tent” zijn van die typische Wiresongs die een flink stuk onder de drie minuten afklokken. Drie akkoorden, een stuk of wat fuzzpedaaltjes en een retestrakke drumpartij; meer hebben deze vijftigers nog steeds niet nodig om aanstekelijke popsongs te maken. “Smash” wordt gekleurd door een danig overstuurde elektrische gitaar die afwisselend wild in het rond feedbackt en ergens in de achtergrond loopt te zeuren. En dat klinkt best goed.
In de bijna folkachtige titelsong “Red Barked Tree”passeert nogmaals Barrett. Voor een band als Wire, die het doorgaans moet hebben van muzikale gelaagdheid en allerhande ruisgenererende apparatuur, toch wel opmerkelijk.. Misschien ligt het aan de gedaalde gemiddelde testosteronspiegel van de heren Lewis, Grey en Newman? “All I know is, time will waste us all. Time will fade us all from sight”, klinkt het in “Down To This”. De grijsaards van Wire hebben hun plek in de geschiedenisboeken echter al lang veroverd. Red Barked Tree is daarbij niet meer dan een voetnoot.
Vernieuwend zijn ze immers al lang niet meer. Daarvoor vallen ze net iets te vaak in herhaling. Misschien mist de groep gitarist Bruce Gilbert, die deze keer niet bij de opnames aanwezig was? Of misschien heeft de tijd hen eindelijk ingehaald? Geen erg: de band heeft intussen genoeg sporen verdiend om tot diep in de eeuwigheid respect te krijgen, en zelfs als herhalingsoefening is Red Barked Tree alweer een prima plaat. Ondanks zijn gezegende leeftijd blijft Wire een stuk interessanter klinken dan veel hedendaagse jonge alternatieve bands die hen als voorbeeld bestempelen.