Alice in Chains is ongetwijfeld de meest getormenteerde band van de grunge, een genre dat toch al niet bekend stond voor zijn zonnige levensvisie. Het druggebruik en de zelfdestructieve neigingen van Layne Staley zorgde meer dan eens voor spanningen met gitarist/songschrijver Jerry Cantrell en de rest van de band, tot de zanger middels een overdosis heroïne uit de band stapte. Alice In Chains vond na jaren stilte vorig jaar in William DuVall een nieuwe zanger en nam zelfs een nieuwe plaat op.
Makkelijke cash-in? Niet dus. De band opent zijn concert in Werchter met een meedogenloos efficiënt trio uit het klassieke Dirt: "Rain When I Die", "Them Bones" (waarvan de ’Aaah’s uitzinnig meegebruld worden) en "Dam That River". Overtuigend een weide platslaan met songs van vijftien jaar oud, niet eens gezongen door de originele zanger: il faut le faire. Als dit al een cash-in zou zijn, is het een die de erfenis van de band absoluut niet wil bezoedelen. Gitarist Cantrell houdt het boeltje breed glimlachend bij elkaar en complimenteert Dave Grohl die vanop het zijpodium zijn mooie "man titties" zou staan flashen. Hoezo getormenteerd?
Na een dergelijk verschroeiend openingsoffensief is het onvermijdelijk dat het zaakje midden in de set even inzakt, wanneer voornamelijk uit het nieuwe album geput wordt. Tot het onverwoestbare "Would" weerklinkt en we plots omringd zijn door meezingende dertigers die even de pijn van hun puberteit herbeleven.
Alice in Chains sluit overtuigend af met "Rooster" en bedankt de murw gespeeld weide voor hun enthousiasme. (Zagen we de drummer bovendien niet vol ongeloof "Fuck! Fuck! Fuck" roepend vanachter zijn trommels komen en de roadie nog enkele handen vol plectrums extra aandragen om het publiek te bedanken?). Was elke reünie of revival maar zo memorabel.