"Het eerste popmeisje van 2010 dat er echt toe zal doen." Die zin stond al sinds eind vorig jaar klaar voor deze recensie toen we op haar MySpace handenwrijvend haar eerste singletjes hoorden passeren. Valt dat even tegen.
We konden amper terug in volzinnen spreken na de bom die Florence + The Machine op Pukkelpop 2009 had gedropt of deze Marina & The Diamonds werd al aangekondigd als de enige echte opvolger. Fijne parallellen tussen beide namen waren alvast te trekken — al zijn die Diamonds geen achtergrondgroep, het is gewoon een afgeleide van achternaam Diamandis. Muzikale parallellen lagen echter al snel minder voor de hand op basis van Marina’s "Mowgli’s Road" en "Hollywood". Beide freules hebben een karakteristieke stem en schuwen het drama niet, maar anders dan bij ravissante Florence, gaat het er bij Marina veel poppier, speelser en wat decadenter aan toe. Dat beiden bovenaan stonden in de BBC’s Sound of the year-lijstjes van respectievelijk 2009 en 2010 komt er nog eens bij.
Laten we echter meteen het grootste verschil beklemtonen en een van de belachelijkste vergelijkingen van de laatste maanden hiermee definitief afvoeren: Florence heeft fantastische songs en een overbluffende stem, Marina heeft geen van beide. Einde recensie? Dat had u gedacht, dit is goddeau. En daar is The Family Jewels ook te wisselvallig voor. Want hier staan toch enkele uitstekende songs op die we de komende maanden altijd bij ons willen hebben, zoals Tom Dice zijn tirolerhoed en mediacoach.
De eerder al gereleasete singles "I Am Not A Robot" en "Obsessions" zijn immers twee vernuftige en schone liedjes die zich rond u wentelen als wurgslangen — we kunnen de uitroep "songs van het jaar!" voorlopig nog onderdrukken; het is nog vroeg. Twee keer trekt een piano een uitstekende melodie op gang waar Diamandis rond kronkelt en waarbij de viooltjes mogen meewiegen op de achtergrond. "Meer van dat", zal ook u vragen, maar zal ook u niet krijgen. Alleen openingssong "Are You Satisfied" doet even vermoeden dat deze plaat inderdaad al het eerder gereleasete moois kan bevestigen. If only.
The Family Jewels grossiert voor de rest immers in een door synths opgevoede, enerverende pop die best wel wat Rilatin en een goede zangcoach had kunnen gebruiken. Diamandis wil zoveel vocale capriolen op de toonladder vertonen dat ze de songs gewoon in de weg staan en soms zelfs nog schreeuweriger maken. Zo mondt "Shampain" uit in een refrein dat van Mika had kunnen zijn (altijd te vermijden), klinken "Girl" and "Oh No!" helaas niet anders dan een Lady Gaga ultra light die wél gedoogd wordt door de zelfverklaarde meerwaardezoeker, en ontbeert het de hele tweede helft van de plaat eigenlijk aan goede songs en ideeën — een euvel dat door Diamandis’ stem versterkt wordt.
Ook tekstueel klopt mooie Marina (Griekse roots, weet u wel) stevig naast de spijkers. "They call him Hermit the frog, he’s looking for a dog / Did you find your bitch in me? Oh you’re abominable socially" klinkt het geforceerd in "Hermit The Frog".Ook de scherpe analyses die Diamandis in "Girls" en "Hollywood" wil maken, klinken kig en trekken te vroeg hun voet terug zodat de tackle vrolijk naast de bal gaat. Een probleem met de hele plaat trouwens.
We hadden het heel graag anders gezien, maar we zien Marina & The Diamonds eigenlijk weinig potten breken dit jaar. En dat is jammer: "I Am Not A Robot" en "Obsessions" zouden nooit toevalstreffers mogen geweest zijn — luistert u vooral zelf. Wie de plaat koopt, stort misschien toch leergeld op haar rekening zodat die tweede plaat wel laat horen wat er echt in haar zit. Maar nu is Marina & The Diamonds niets meer dan het eerste popmeisje van 2010 dat stevig ontgoochelt.