Plaat na plaat nam Shearwater een alsmaar uitzonderlijkere positie in het hedendaagse muzieklandschap in. Het nieuwe The Golden Archipelago bevestigt al het goeds dat voorganger Rook al liet noteren. En dat is heel wat.
Met The Golden Archipelago mag Jonathan Meiburg zijn fascinatie voor eilanden eens helemaal botvieren. Nadat hij voor voorganger Rook al inspiratie opdeed op de Falkland Eilanden, gaat hij nu helemaal loos op de beladen recente geschiedenis van de Polynesische eilanden en wijde omgeving: atoomtesten, de Tweede Wereldoorlog, gedwongen deportaties, … Opener “Meridian” dropt de luisteraar meteen in een luchtbombardement, verderop passeert onder andere het lot van de bewoners van de Bikini Eilanden die door de Verenigde Staten werden gedeporteerd naar een ander eiland omdat hun woonplaats een prettige plek was om atoomtesten uit te voeren.
Muzikaal gaat Shearwater verder op de weg die met Palo Santo en Rook werd ingeslagen: wijds gearrangeerde rock met de voeten in de roots, en het hoofd ergens in de lucht met de neus richting de experimenten van Talk Talk en Scott Walker. Dan krijg je iets als “Black Eyes”, veel galm op stem en piano, feedback als achtergrond en de scherpe toon van een strijkstok op een klokkenspel.
Dit is immers het moment waarop Shearwater ook op plaat echt een groep wordt. Dat was al zo live, maar nu klinken de drums van Thor Harris ook op plaat eindelijk zoals het moet. Nu eens hamerend, dan weer onrustig pulserend, zijn ze de hartslag die de songs leven inblaast. Luister maar eens naar “Landscape At Speed”, dat voorts vooral uit samengebonden losse flarden muziek bestaat.
Eén keer gaat Shearwater voluit. Weg van de ratio die de andere nummers beheerst, slaat “Corridors” op hol met galopperende drums en een Meiburg in overdrive. Achter hem horen we iets dat vaagweg op een cirkelzaag lijkt, vooraleer nóg een versnelling meer het nummer helemaal uit de bocht dreigt te slingeren. De Scott Walker van The Drift loert om de hoek, maar de band houdt op tijd halt, om de grens met het draaglijke niet te overschrijden. Waarna het weer naar de orde van de dag kan: de ingetogen pracht van “God Made Me”.
Een laat hoogtepunt is “Castaways”; lyrisch en elegisch, een trage groeier die langzamerhand overwoekerd wordt door krachtige drumslagen. Net als “An Insular Life” nog een bewijs dat er geen band is als Shearwater. The Golden Archipelago is opnieuw een erg knappe plaat; haal hem in huis.
Shearwater speelt op 26 februari in de 4AD in Diskmuide.