‘Millennium 1’, ‘State of Play‘ en de
gemiddelde aflevering van ‘Witse’
Toen Zweedse journalist en schrijver Stieg Larsson in 2004
stierf aan een hartaanval, liet hij een kapot gepaft stel longen
achter, een lever die kreunde onder het gewicht van 50 jaar
junkfood en drie voltooide misdaadromans. Die boeken, de
‘Millennium’-trilogie, zijn onderhand uitgegroeid tot een hype van
heb-ik-jou-daar (hoe vaak hebt u deze woorden al gehoord: “Normaal
gezien lees ik niet graag, maar die ‘Millennium’-boeken…”) en
natuurlijk zijn er nu de onvermijdelijke verfilmingen. Verfilmingen
die overigens zeer clever worden aangepakt door de afdeling
marketing. In opzet betreft het hier immers een reeks tv-films, die
bestaat uit zes afleveringen van 90 minuten (twee afleveringen per
boek). Het was altijd de bedoeling dat boek één, ‘Mannen Die Vrouwen
Haten’, in de bioscoop zou worden uitgebracht (met wat
snoeiwerk hier en daar, zodat de totale film nog 150 minuten
duurde), maar na het succes van die prent, nam men al gauw de voor
de hand liggende beslissing om ook de rest van de serie te
hermonteren, zodat men nog eens twee keer langs de kassa kon
passeren. Ga maar na: drie keer bioscoopinkomsten, drie keer de
afzonderlijke films op dvd, dan nog eens de hele originele tv-serie
in een dvd-box, dan nog eens een box met de drie bioscoopedities
van de films, om nog maar te zwijgen van de inkomsten uit
tv-uitzendingen… Als ze een beetje slim zijn, kunnen de
producenten nog jaren incasseren op het succes van Larssons
trilogie.
En wie kan hen dat kwalijk nemen? Ze zouden maar gek zijn om er
niet van te profiteren. Blijft er wel de lastige bijkomstigheid dat
die hele filmreeks al bij al niet zo bijzonder is. Deel één was een
onderhoudende, maar snel vergeten krimi die zich in maar weinig
onderscheidde van wat je elke dag op tv kunt zien. En nu is er deel
twee, ‘De Vrouw Die Met Vuur Speelde’, en dat is… tja, een
onderhoudende, maar snel vergeten krimi.
Het verhaal begint met de moord op twee onderzoeksjournalisten
die voor Millennium bezig waren aan een artikel over vrouwenhandel.
Ook de voogd van Lisbeth Salander (die u zich nog herinnert omdat
hij haar in de eerste film verkrachtte, wat hem achteraf niet goed
is bekomen) wordt met hetzelfde wapen doodgeschoten. Meerbepaald:
een wapen met Lisbeths vingerafdrukken erop. De halve Zweedse
politie zit het meisje op de hielen, maar het spreekt voor zich dat
Mikael Blomkvist, de uitgever van Millennium, als enige in haar
onschuld blijft geloven. Allebei gaan ze, op hun eigen manier,
achter de waarheid aan, die ergens in het verleden van Lisbeth
gezocht moet worden.
Net als in het vorige deel concentreren de makers (en in eerste
instantie Stieg Larsson zelf) zich op het thema misogynie, en hoe
vrouwenhaat doordringt tot in de hoogste autoriteiten. De politie,
psychiatrisch personeel, de advocatuur en zelfs de geheime politie
zijn, volgens dit verhaal, ofwel onverschillig, ofwel corrupt,
ofwel simpelweg een bende verkrachters en vrouwenhaters bij elkaar.
De ‘Millennium’-trilogie toont continu een diep wantrouwen
tegenover officiële instituten – de helden zijn dan ook
buitenstaanders, eenzaten die zich afzetten tegen de gevestigde
orde.
Die thematiek werkt tot op een bepaald punt. Het is natuurlijk
mooi dat men in een misdaadfilm (of -roman, neem het zoals je wilt)
op z’n minst probeert om iets relevants te zeggen. Maar anderzijds
is ‘De Vrouw Die Met Vuur Speelde’ – althans in z’n filmversie –
lang niet zo scherp of inzichtrijk als hij zelf lijkt te denken. De
thema’s zijn er, ja. Maar om nu te zeggen dat er echt zinnige
dingen mee worden gedaan… Nou, nee. Regisseur Daniel Alfredson
waagt zich niet aan analyse of verklaringen, maar gebruikt zijn
thematiek louter als achtergrond, die nooit in de weg mag staan van
het misdaadverhaal.
En dan komen we dus aan het echte probleem van de film, want dat
misdaadverhaal is gewoon niet zo memorabel. De hele plot steunt op
een waanzinnig toeval (het wil toch maar net lukken dat Lisbeth
kort tevoren uitgerekend dat pistool heeft vastgehouden, zeker!),
een reddingsactie uit een brandend gebouw wordt nooit uitgelegd
(hoe zijn ze nu precies buiten geraakt?), Lisbeth kan aan de hele
Zweedse politiemacht ontsnappen door een blonde pruik op te zetten
en aan het einde van de film (spoiler, spoiler!) blijkt onze heldin
zelfs over ijzersterke longen te beschikken, waarmee ze moeiteloos
enkele uren lang onder de grond kan blijven ademen. Nou. En dat is
dan nog buiten het personage Ronald Niedermann gerekend, een
volledig uit spierbundels opgetrokken Dolph Lundgren-kloon die door
een genetische afwijking geen pijn voelt. Dit personage lijkt zo
uit een Bondfilm weggelopen (check de scène waarin Lisbeth hem een
stroomstoot in zijn kruis geeft, en hij niet eens met z’n ogen
knippert!) en werkt in deze prent dan ook eerder op de
lachspieren.
De intrige is net sterk genoeg om de 129 minuten speelduur te
blijven boeien. Geef de mensen een raadsel en ze zullen van nature
willen weten wie het gedaan heeft en waarom. Het tempo zit ditmaal
goed (goddanks duurt het weer geen twee uur en een half) en de
beeldvoering is efficiënt, zonder ergens nadrukkelijk de aandacht
op zichzelf te vestigen. Maar met al dat ontstijgt ‘De Vrouw Die
Met Vuur Speelde’ nergens het niveau van een doorsnee misdaadserie.
Aan de acteurs zal het in ieder geval niet gelegen hebben: Michael
Nyqvist speelt een overtuigende less-is-more rol als
Blomkvist, terwijl de show, net als in de eerste film, gestolen
wordt door Noomi Rapace, die met voorsprong de meest dankbare rol
te spelen krijgt. Lisbeth is het enige personage dat min of meer
wordt uitgediept (zij het dan wel op de typische manier van een
misdaadverhaal: ze krijgt een trauma in haar verleden), en Rapace
weet die bagage die ze met zich meezeult, keurig te suggereren in
haar hele vertolking. Let maar op haar lichaamstaal en de manier
waarop ze haar ogen gebruikt. Knap werk.
Ach ja, het zou overdreven zijn om ‘De Vrouw Die Met Vuur
Speelde’ een complete sof te noemen – het is gewoon een thriller
zoals zoveel andere, met hier en daar ongeloofwaardigheden om u
tegen te zeggen en een onderliggende thematiek die lang niet sterk
genoeg is om de meubelen te redden.