Leuke titel, die ‘Oh My God, Charlie Darwin’. Het zal The Low
Anthem wel niet ontgaan zijn dat Charles Darwin exact 200 jaar
geleden ter wereld is gekomen. En dat hij het niet zo goed met God,
of althans het aardse verlengde daarvan, kon vinden.
The Low Anthem is een band die er nog niet helemaal is, maar nu
toch al bescheiden aan bekendheid wint. Dat niet alleen in
thuisland de Verenigde Staten maar ook bij ons. Hun eerste twee
albums zijn volledig aan de wereld voorbij gegaan. Dat ze ‘The Low
Anthem’ (2006) en ‘What the Cow Brings’ (2007) heten, kunnen we u
meegeven, maar vraag ons niet hoe die klinken.
The Low Anthem begon er in 2006 aan, toen Ben Knox Miller uit
Hudson Valley (NY) en Jeff Prystowsky uit New Jersey besloten samen
muziek te maken. De eerste was een folkmuzikant, de tweede een
jazzbassist. In september van datzelfde jaar kwam Dan Lefkowitz bij
The Low Anthem, om een half jaar later alweer te vertrekken. Het
duurde tot eind 2007 tot The Low Anthem zijn huidige samenstelling
bereikte, met de aanwerving van Jocie Adams, NASA-medewerkster en
klassiek componist.
‘Oh My God, Charlie Darwin’ is eigenlijk van 2008, maar werd plots
ontdekt door Nonesuch Recordings, en kreeg dit jaar een re-release,
met veel meer toeters en bellen uiteraard. De plaat toont een band
met twee gezichten. Enerzijds heb je folkballads als ‘To Ohio’,
‘(Don’t) Tremble’ en ‘Cage the Songbird’. Anderzijds stevige
folkrock met een bluesrandje (‘Champion Angel’, ‘Home I’ll Never
Be’, ‘The Horizon Is a Beltway’). Dat is onmiddellijk ook de
grootste kritiek die deze plaat te slikken krijgt: dat The Low
Anthem eens moet beslissen wat ze nu eigenlijk willen. Wij houden
het eerder op een veelzijdige band met een goede derde plaat, al
valt die inderdaad wat moeilijker als een geheel te zien.
Het is bijna niet te geloven dat het nummer ‘Charlie Darwin’ door
dezelfde mensen werd opgenomen als ‘The Horizon Is a Beltway’. Het
eerste brengt ons de falsetstem van Miller, die we graag wat meer
hadden gehoord op dit album, een rustige, akoestische begeleiding,
en een heerlijke, hemelse samenzang. Het tweede is een springerige,
vuile folkrocker waarop nog steeds dezelfde Miller te horen is, zij
het met een drie vellen schuurpapier over zijn stembanden. Het zijn
twee echt goede songs, dus ons hoor je niet klagen. Wat hen
verbindt, zoals in nagenoeg alle songs van The Low Anthem, is
Millers mondharmonica, al gaat die bij ‘The Horizon Is a Beltway’
een stuk ruiger te keer.
We houden best van beide kanten die The Low Anthem ons toont. ‘To
Ohio’ is een folky ballad volgens de regels van de kunst. Het is
een warme song, waarop je rustig onderuit kan zakken om enkel naar
de song te luisteren en te genieten. Ook van het mooie
klankentapijt dat koperblazers voortbrengen. Min of meer in
dezelfde categorie, iets minder misschien, zijn ‘To the Ghosts Who
Write History History Books’, ‘Cage the Songbird’ en vooral het
eenvoudige ‘(Don’t) Tremble’.
‘Champion Angel’ is smerig en lekker. ‘Home I’ll Never Be’ is
typisch Amerikaanse folk- en countrystevigheid, dat Port O’Brien
ook had kunnen schrijven. Een van de mindere songs is dan weer het
fluisternummer ‘Ticket Taker’, dat veelbelovend begint maar al snel
een dosis opwinding kan gebruiken. Een aanpak zoals in ‘Charlie
Darwin’ had deze song goed gedaan.
The Low Anthem slaagt er op hun derde album in hun invloeden (Neil
Young, Nick Cave, Tom Waits, ….) om te vormen tot een mooie
verzameling van songs, die door het dubbele karakter van de band
iets te veel een verzameling blijft. Toch is deze ‘Oh My God,
Charlie Darwin’ beslist een aanrader voor iedereen met een folk- en
indierockhart. Het is nog niet de grote plaat die we deze band nog
zien maken. Ze hebben er drie jaar over gedaan om opgepikt te
worden. Als ze tijd nodig hebben, dan gunnen we die hen
graag.
www.lowanthem.com
www.myspace.com/lowanthem
The Low Anthem speelt op 30 januari op 10 jaar Duyster in AB
(Brussel).