Wij moesten spontaan denken aan een petieterige Pekinees, of aan een idolate Indiaan. Maar niets is minder waar, Hudson Mohawke is het muzikale pseudoniem van de jonge Schot Ross Birchard. Op Butter tovert de Glaswegian een getikte bastaard van Prince, Michael Jackson, Aphex Twin en Herbie Hancock van onder zijn kilt.
De slechts drieëntwintigjarige Birchard bracht eerder op het jaar al een fel gesmaakte EP uit, en presenteert nu zijn debuutalbum Butter. Hierop serveert hij originele, delicieuze lekkernijen, in ware Willy Wonka-stijl. Wonky, zo omschrijft de Amerikaanse pers de bevlogen mix van elektro, soul, hiphop, techno, dub en funk. Voor het gemak worden ook Flying Lotus en Rustie in dat vakje gedropt. Niet helemaal terecht. Het gaat hier evenwel driemaal om avontuurlijke beatbrouwers, maar tussen de jazzy aanpak van Flying Lotus, de naar dubstep neigende sound van Rustie en het fanatieke funkgeluid van deze Hudson Mohawke bestaat er toch nog een verschil.
Wel helemaal correct is, dat er een jonge generatie twintigers opstaat — denk bijvoorbeeld ook aan The xx — die openlijk flirt met nineties-r&b. Zij vertalen het vaak verguisde genre van Mary J Blige en Aaliyah op een originele manier naar vandaag. Waar The xx zich vooral op de zangstijl focust, gaat Hudson Mohawke aan de slag met r&b-ritmes. Luister maar naar “Gluetooth”, dat je hoofd in geen tijd aan het knikken brengt op de aanstekelijke beat. De sterkte van Hudson Mohawke is echter om meerdere stijlen samen te brengen. Zo hoor je in “Gluetooth” even goed een scheut microhouse, dreigende bassen en een pak verbeelding langskomen.
Er wordt gespeeld met samples, invloeden en structuren dat het een lieve lust is. “Joy Fantastic” en “Just Decided”, twee nummers met de inbreng van rapper Olivier Daysoul, refereren aan de vroege Outkast. Deze tracks nemen je mee naar een blitse bar in het zuiden van de Verenigde Staten, ver weg van het druilerige Glasgow, dat je eerder met Amy MacDonald en Snow Patrol associeert. “Rising 5” slaat een brug tussen de spacedisco van Lindstrøm en de synthfunk van Sly & The Family Stone en George Clinton.
In al zijn experimenteerdrift slaat Birchard hier en daar wel een deuk in het pakje boter. Zo blijft “Allhot”, een poging om Cocorosie met de grime van M.I.A. te verzoenen, steken in de goede bedoelingen. Afsluiter “Black n Red” op zijn beurt, is veel te druk en gaat na een paar luisterbeurten vervelen. Maar wij zijn al lang blij dat er — na het wat doorsnee werk van onder meer Tiësto en Basement Jaxx — nog eens een artiest uit de dancehoek opstaat met vernieuwende ideeën en een prima plaat. Het was immers al een tijd geleden dat we nog eens een album hoorden dat zich niets aantrekt van allerhande conventies.
Naar eigen zeggen zit Ross Birchard op dit moment in de studio met een major r&b-act. Om wie het precies gaat, daar hebben we op dit moment nog het gissen naar. Al zetten wij alles in op een samenwerking met Beyoncé. “Bonnie & Clyde anno 2010”?