De beste spelers vormen niet noodzakelijk het beste team. Een torenhoog sportcliché dat ook geldt in muziekland, zo laat het nieuwe album van Basement Jaxx horen. Sterren uit uiteenlopende genres als Kelis, José James en zelfs Yoko Ono werkten mee aan Scars. Grote namen die helaas niet garant staan voor een prima plaat.
Basement Jaxx, het alter ego van Simon Ratcliffe en Felix Buxton, verdiende de afgelopen tien jaar zijn strepen in de hedendaagse dansmuziek. Het duo heeft een patent op het maken van aanstekelijke en dansbare singles, denk maar aan “Where’s Your Head At” of “Good Luck”. Een album lang blijven boeien, lukte de producers echter nog niet. Scars, inmiddels de vijfde Basement Jaxx-plaat, brengt daar helaas geen verandering in. Want hoe fantastisch singles “Raindrops” en “Twerk” — de meiden van Yo! Majesty voorzien Michael Sembello’s “Maniac” van een scabreuze update — ook klinken, de rest van de plaat bevat vooral veel bagger.
Het tweetal heeft zich meer dan ooit toegelegd op het maken van volbloedsongs. Een keuze die — na jarenlang in de anoniteit van de dancecultuur te vertoeven — best te begrijpen valt. Ware het niet dat de heren te veel ideeën in één nummer willen stoppen, waardoor vele tracks druk en ongestructureerd overkomen. Als een bouillabaise met te veel ingrediënten in waardoor de smaken niet tot hun recht komen. Behoud van “Day Of The Sunflowers (We March On)” enkel de beat en het synthesizermotiefje en je hebt een single die Hairglow makkelijk uit de ether houdt. Nu loopt het nummer verloren in zijn eigen blieps en tempowisselingen. Ook de gitarsolo op het funky “Gimme Somethin’ True” is niet op zijn plaats en komt zelfs kitscherig over.
Komt hierbij dat de twee Britten hun gasten vaak fout gecast hebben. De verkeerde stem voor het verkeerde nummer, zeg maar. Lisa Kekaula, de excentrieke soulvamp die op haar best klinkt als ze — op zijn Beth Ditto’s — mag uithalen over stevige discobeats, komt onopgemerkt voorbij in het duffe “Stay Close”. “D.I.S.tractionz” is nog zo een trager nummer, hier wordt de zachte stem van Jose Hendrix onbegrijpelijk door de vocoder gehaald. Wél goed is “Saga”, een trendy elektronummer dat geleid wordt door de brutale raps van Santigold. Ook de wufte dancepopprins Sam Sparro werd goed gekozen, om het frivole “Feelings Gone” in te zingen.
Toch blijken veertien gasten op een plaat met slechts dertien nummers, teveel van het goede. De samenhang is ver te zoeken. Vrij opmerkelijk, dit lijkt wel de ziekte van het moment te zijn. Ook onder meer N.A.S.A. en Simian Mobile Disco wisten recentelijk niet het maximum uit hun gastartiesten te halen. Een waslijst aan features vormt geen garantie op een voortreffelijk, laat staan een coherent album. Integendeel, het is heus niet nodig om ieder nummer van een andere stem, en dus een andere klankkleur, te voorzien.
Hoog tijd voor een bezinningsperiode dus voor Basement Jaxx. Om erna naar buiten te komen met een compacte plaat vol licht ontvlambaar dansvloermateriaal à la “Bingo Bango” of “Red Alert”, waarbij vetrokken wordt van de eigen kracht. Laat de vedetten dan gerust thuis of maak optimaal gebruik van hun kwaliteiten. Mocht daarbij hulp nodig zijn, dan hebben wij het nummer van Dick Advocaat hier wel ergens liggen.