In een tijdperk met lompe reuzen zoals Mastodon, Dillinger Escape Plan en Neurosis verschijnt er wel eens een David die hoopt tot een ware Goliath uit te groeien. Met Spoils Of Failure is het duidelijk dat Buried Inside in het rijtje van dappere acts hoort.
Vier jaar had de vijfkoppige Canadese band nodig om een vervolg te schrijven op Chronoclast, hun eerste release op het Amerikaanse extreme label Relapse en de definitieve switch van schreeuwerige hardcore naar atmosferische sludge. Het motto van de band bleef wel hetzelfde: een agressie die de gefrustreerde medemens in de gordijnen jaagt.
De eerste twintig seconden van “I(1-13)” verklappen bij welk hysterisch muzikantencollectief Buried Inside de mosterd haalde: Converge. Niet zo verrassend aangezien gitarist Kurt Ballou deelnam aan het productieproces. Er zit nog meer in Spoils of Failure, zo doen de passionele vocale uithalen denken aan het Japanse Envy en voelt de symbiose tussen de onheilspellende geluidsmuur en de mokerslagen van Mike Godbout postcore aan. Het bouwplan lijkt gepresenteerd: verrassende pauzestukken afgewisseld met een agressie de je bij de strot grijpt. Deze gebetonneerde fundering draagt ook subtiele genreverschillen zoals “VI(68-81)” waarbij het doomy geluid aan Neurosis doet denken of “VIII(91-99)” dat dan weer de complexe agressie van Botch in zich heeft.
“II(14-25)” klokt zoals de meeste tracks af op zes minuten en is door de dramatische toon à la Envy, welbekende techniek van Botch, en de agressieve ondertoon één van de meest complete tracks op het album. Een vernietigend stukje muziek dat je meesleurt in een genadeloze veldslag. Diegenen die denken dat “III(26-38)” wat gas terugneemt zijn mooi mis want de uitbarsting volgt rond de derde minuut. De lengte van de song (twaalf minuten) is echter geen goed punt. Samen met een wirwar van abrupte overgangen zorgt ze voor een zekere moeheid: een eindeloos berekende song maar zonder een punt te maken. De boodschap in “V(58-67)” is wel duidelijk wanneer zanger Andrew Tweedy de volgende boodschap in ware hardcorestijl de wereld toeschreeuwt: The hounds will be along soon, one last goodbye to the spoils of failure. Een bewijs dat een zware muzikale brok perfect te combineren valt met lyrische kracht.
Na de honderdste woede-uitbarsting uit “VIII(91-99)” ligt de moedige volhouder uitgeteld op de grond. Vroege afhakers kunnen zeggen dat ze het trucje al doorhebben maar dat zijn diegenen die enkel het strakke bouwplan bestudeerd hebben zonder de subtiele hints. De ware richting van de band is in een paar opvallende songs niet duidelijk na een eerste luisterbeurt. Het geheel en de constructie zijn zodanig berekend dat het album toch wel studiewerk verdient. “III(26-38)” was dan weer een onmogelijke opdracht.
Niettemin blijf je tijdens het beluisteren van Spoils of Failure best vastgebonden in een zetel. De hysterisch gestoorde whatever-core is voor de complexe zielen een hapklare brok, voor anderen een onmogelijke puzzel.