Door de modder baggeren om dan op een stoffige plankenvloer muziek te aanhoren: beter kunnen de omstandigheden niet zijn voor de plattelandsrock van Band Of Horses.
De letterlijke drie man en een paardenkop van een jaar geleden in Trix zijn nu uitgebreid tot een mooi gevulde Marquee en dat is niet meer dan terecht, gezien de kwaliteit die de band rond Ben Bridwell te bieden heeft. Het is dan ook met zichtbaar plezier dat het gezelschap zichzelf aan het grote publiek voorstelt. Een bloemlezing uit de twee albums gaat er in als zoete koek en wanneer de eerste noten van “The Funeral” weerklinken, schalt zowaar een hartelijk herkenningsapplaus door de Marquee.
De passage van Band Of Horses is er dan ook een die gekenmerkt wordt door een zomerse ongedwongenheid. Op zich is dat positief: liever een artiest die goedgemutst op het podium staat en de aanwezigheid van het publiek niet negeert, maar er in tegendeel mee dolt om zodoende een festivalgevoel op te wekken, zoals dat dan heet. De keerzijde is wel dat de doorleefdheid die zo kenmerkend was voor het recente concert van Band Of Horses in de Botanique hier geheel spoorloos is.
De melancholie van “Monsters” wordt achterwege gelaten ten voordele van de levensvreugde van “Weed Party”. Ook “Ode To LRC” klinkt bakken vrolijker dan we gewoon zijn en het is wachten op “No One’s Gonna Love You” en “Detlef Schrempf” voor het gezelschap uit South Carolina ook zijn donkere kantjes in de set weet te murwen.
Muzikaal gezien doet Band Of Horses wat het verwacht wordt te doen: southern rock vermengen met een grootstad-aanpak. Dat daar kippenvel van komt, is niet echt een verrassing, maar toch komen de eerste tonen van “Wicked Gil” aan als een donderslag bij heldere hemel. En daarin toont deze band zijn meesterschap: met vertrouwde elementen toch nog verrassend uit de hoek kunnen komen. Tel daarbij nog het spelplezier en Band Of Horses heeft het in zich langzaam uit te groeien tot een naam om rekening mee te houden.