Ladytron wilde werken aan ‘het geluid’. Daar nam de groep, in de eenheid van albums uitgedrukt, drie jaar de tijd voor. Het resultaat ligt in het verlengde van voorgaand materiaal, maar dwaalt meer dan ooit door een doolhof van mysterie en koelte.
Pukkelpop 2005. Vanuit de eerste gelederen van de Dance Hall heeft uw dienaar meermaals (al dan niet ingebeeld) oogcontact met Mira Aroyo, de Bulgaarse zangeres/muzikante van de electropopgroep Ladytron. Het kan natuurlijk ook dat ze gewoon los door hem heen keek en in dat geval deelt u de mening van de backstage security, die Aroyo misschien vergat op de hoogte te brengen van haar visuele uitnodiging. Feit is dat het concert op zich degelijk zonder meer was, maar dat er rond de band een haast hypnotiserende aura hangt die perfect in het plaatje past. Bovendien had Aroyo de verdienste komaf te maken met het hardnekkige vooroordeel dat de meeste Bulgaarse vrouwen discuswerpsters zijn die in de okselstreek dichter bebost zijn dan het Amazonewoud.
Maar goed, de laatste jaren is het wat stiller rond het Britse Ladytron, dat effectief zijn naam ontleende van de achterkant van een Roxy Music-plaat. De band, opgetrokken rond het vrouwenduo Helen Marnie en Mira Aroyo, had aan het begin van dit millennium enkele hitjes met “Playgirl” en het leuke “Seventeen” — “We only want you when you’re seventeen, when you’re twenty one, you’re no fun” — maar bleef daarna redelijk op de achtergrond gestationeerd en, toegegeven, we waren het duo een beetje vergeten. Vorig jaar echter stond de band in onze AB als opwarmer voor Nine Inch Nails, op verzoek van Trent Reznor zelf. Uiteraard geen slechte adelbrief, maar op het eerste gezicht misschien niet complementair qua muziekstijl.
Toch is Ladytron donkerder, mysterieuzer, killer en zelfs een beetje emotioneler geladen dan vroeger. De synths zijn uiteraard nog steeds de muzikale gezanten van god binnen het instrumentarium, maar hier en daar mag er al eens een gitaar het mengpaneel binnen. Velocifero, wat letterlijk ‘brenger van snelheid’ betekent, gaat ook aardig uit de startblokken, hoewel de intro van “Black Car” eindeloos lijkt te duren. Wanneer de synths invallen lijkt het even op een Timbaland-productie voor Britney Spears of Nelly Furtado, maar wanneer Aroyo na twee minuten haar beste Bulgaars boven haalt, weten we dat dit nummer een heel andere weg bewandelt. We hebben geen flauw besef waar het over gaat, maar de titel is passend: het nummer zou niet misstaan tijdens een nachtelijke autorit.
“Ghosts” is de eerste, goed gekozen single en moet de intenties duidelijk maken. De zanglijn van Marnie is erg dromerig en neemt afstand van de koele, monotone zanglijnen die Ladytron kenmerken. Ook “I’m Not Scared” houdt dit plaatje boeiend: het dringt zich op als een aanstekelijke, haast industriële electro-rocker. Het daaropvolgende “Runaway” verrast heel wat minder en “Season Of Illusions” legt nogmaals de nieuwe zangstijl bloot. Wie synths zegt, denkt eighties en die zijn nergens zo aanwezig als op het nummer “Burning Up”. Eenvoudig, maar de melodie blijft hangen en heeft dus een hoog single-gehalte. Het Bulgaars wordt nog eenmaal boven gehaald voor “Kletva”, het buitenbeentje van Velocifero heeft dan ook een hoog songfestivalgehalte.
De tweede helft van de plaat schippert tussen de nieuwe stijlelementen die we tot nu toe leerden kennen, en wat al gekend is. Er is daardoor net iets te weinig afwisseling en opwinding om deze plaat aandachtig uit te luisteren. Het luchtige, Air-klinkende “Versus” verraadt dat de experimentele fase van Ladytron er nog niet helemaal op zit. We kijken er dan ook naar uit om het nieuwe materiaal eens live te horen, een discipline die de band zelf hoog aanschrijft. De kille klanken doen intussen voldoende dienst om u door het heetst van de zomer te helpen.