Sinds Omar Rodriguez Lopez een stulpje in Amsterdam betrekt, is het beslist weer alle dagen feest. Wiet! Hasjiesj! MDMA! Althans, dat moet toch de reden zijn waarom zijn samenwerking met Lydia Lunch een afschuwelijke bad trip is geworden. Alleen te consumeren na een forse dosis paddo’s.
Na Omar live te zien, wilden we ooit — tevergeefs — een afrokapsel kweken en slopen vieze woorden als emocore en progrock, respectievelijk met At The Drive-In en The Mars Volta, onze platencollectie binnen. Toen hebben we godbetert hun afschuwelijk lelijke platenhoezen nog verdedigd ten overstaan van onze huisgenote. Maar sinds het overlijden van enkele vrienden (Jeremy Ward aan een overdosis heroïne en Julio Venegas door zelfmoord) bracht Rodriguez Lopez met zijn Mars Volta twee bizarre middelmatige platen (Frances The Mute en Amputechture) uit die niet teweeg brachten wat debuut De-Loused in the Comatorium in 2003 had veroorzaakt: een aardverschuiving.
Ontelbare soloprojecten, collaboraties, producertaken en een verhuis naar Amsterdam later ontmoette het Mars Volta-opperhoofd in 2005 Lydia Lunch op het onvolprezen festival van de betere muziek All Tomorrow’s Parties (toen niet toevallig door The Mars Volta gecureerd). Met Lunch, die het invloedrijke No Wave-collectief Teenage Jesus & The Jerks oprichtte en eerder samenwerkte met groten uit die New Yorkse scene als Michael Gira en Sonic Youth (check de song “Death Valley 69”!), smeedde hij plannen voor deze e.p.: een miskleun van een collaboratie.
De opnames voor de vijf nummers op dit e.p.’tje werden netjes verdeeld over Amsterdam, New York en, voor Lydia’s spoken word-teksten, Barcelona, en zo klinkt het ook. Aan de ene kant staat het Rodriguez-Lopez-quintet vijfentwintig minuten lang dezelfde riff af te haspelen, aan de andere kant wauwelt Lunch een feministische zedenpreek zonder enige hang naar coherentie: het einde is aangebroken voor de verderfelijke white middle class male, we gaan gauw terug naar het begin, naar de oergodin. Die boodschap was met de songtitels ook al duidelijk (“Getting Rid Of God”, “The End Of The White Man’s Revolution”, “Back To The Goddess”), maar Lunch blijft voorborduren op een circulair vertelsel — wist je al dat de penis van God álle schuld treft voor de oorlog in de wereld?
Fulltime nihiliste/feministe Lydia Lunch is nochtans niet de meest storende factor in dit project. De bas- en drumpartijen in een eindeloze loop (in “Welcome To My Church”), het enerverende orgeltje en de vervelend in de weg lopende saxofoon (in “Getting Rid Of God”), de gruwelijke effecten op een overstuurde blazerssectie (in “Back To The Goddess”), het irritante sologitaargewank en de kwelende productie van Rodriguez-Lopez zelf (op Wikipedia is het arsenaal effectpedalen genotuleerd die voor het kwaad hebben gezorgd) maken van deze samenwerking een soundtrack voor een hele slechte pornofilm. Herinnert u zich nog dat meesterwerk van At The Drive-In Relationship Of Command? Wel, those happy days are over. Point finale voor Omar Rodriguez Lopez.