Drie jaar geleden was het met Douce Victime duidelijk dat de dames van Laïs even niet meer wisten waar ze heen moesten. Een verzamelaar en een platenfirma later is daar komaf mee gemaakt: na elf jaar scheurt het drietal zich op The Ladies’ Second Song eindelijk los uit het verstikkende folkkeurslijf.
“We waren op een punt gekomen waarop we thuis totaal andere dingen draaiden dan we met Laïs deden”, luidde het vorig jaar al bij de release van het carrièreoverzicht Documenta dat naar aanleiding van de tiende verjaardag van de groep verscheen. Een koerswending drong zich dus op. De oude band werd bedankt voor bewezen diensten, voor hun nieuwe plaat trokken de meiden van Laïs op met leeftijdsgenoten. Een simpele basisbezetting van bas, drum en gitaar werd gaandeweg aangevuld met elektronica.
Het resultaat is The Ladies’ Second Song: een plaat waarop de smidjes, kannekes en weverkes nadrukkelijk afwezig zijn. De seksuele innuendo’s worden nu gecommuniceerd in meer verontrustende beelden, vaak in gedichten van W.B. Yeats, want de groep verruilde meteen ook het Vlaams voor Engels. Muzikaal wordt ook een ander register aangesproken: minder draailier, meer ijselijke gitaartjes en computerloopjes.
Is de nieuwe plaat een nog wat zacht compromis, dan schopt de groep op het podium van de AB Club alle remblokken weg. Laïs anno 2007 is een rockgroepje, met af en toe nog een folky inslag, geworden dat toevallig drie meisjes heeft die samen zingen. De echo’s van vroeger zijn nog te horen, maar dit beukt bij momenten vrij genadeloos over het publiek heen. En voor het eerst zie je dat de drie er opnieuw echt plezier in hebben.
“Agamemnon (Leda en de zwaan)” blijft nog op bekend terrein, vanaf “Tumbling” komt de elektronica op de proppen. Een nummer als “The Ladies’ Second Song” is bezwerend en dreunt een stuk heviger dan op plaat. Met het vierkante dansritme van “Ni vandaag” wordt ook duidelijk hoe bepalend drummer Jeroen Stevens (I Love Sarah) is voor het nieuwe geluid met zijn dwarse en inventieve ritmes. Voor het door Jorunn Bauweraerts geschreven “Joskesong” neemt Nathalie Delcroix de banjo ter hand, Elko Blijweert (Kiss My Jazz) jaagt er een zware gitaarstroomstoot doorheen die het oude Laïs volledig uit de herinnering vaagt. Dit was vroeger nooit gebeurd.
{image}Maar het kan nog extremer. “Item – Sortilegium” doet meer aan Liars dan aan Laïs denken, en drijft dan ook op het atonale, verboden akkoord uit de Middeleeuwen. “We hebben altijd iets gehad met heksen, het was tijd om een heksensong te maken”, luidt de uitleg. En ook de mededeling halverwege: “We zijn nog altijd zenuwachtig”. De groep beseft maar al te goed dat ze een grote gok heeft genomen, maar smijt zich desondanks met veel gusto in deze opzwepende brok van bliksemende gitaar en donderende drums.
In de bissen wordt nog een Fins nummer gebracht. Dat deed de groep vroeger ook, maar nu met tien keer meer opzwepende felheid. Er zit voelbaar opnieuw passie in Laïs. ”Na dit nummer is het nieuwe leven van Laïs begonnen”, kondigt Annelies Brosens het alweer sterke “Before The World Was Made (Mirror Mirror)” aan, en dat is niet gelogen. Liever dan als echte professionals tot het einde der tijden veilig het Radio Een publiek te blijven behagen, heeft de groep een moedige sprong in het onbekende genomen. Dit optreden — meer nog dan The Ladies’ Second Song — bewijst hun grote gelijk. Hier zijn drie vrouwen met veel visie aan het werk.
? ? DE FOTO'S