McLusky-opvolger nummer twee. Future Of The Left is net zijn voorganger, maar dan in het kwadraat. Curses is een gemene, harde, rauwe plaat die verplichte kost zou moeten zijn voor iedereen die de ambitie heeft een band te beginnen.
Nu de schok van het verscheiden van McLusky enigszins weggeëbd is, ligt de toekomst open voor twee bands. Jon Chapple bracht al twee platen uit met Shooting At Unarmed Men, een band die redelijk wat in zijn mars lijkt te hebben, maar nog niet uit de schaduw van zijn eigen verleden is geraakt. Anders is het gesteld met Andrew Falkous. De man lijkt op weg het door Josh Homme geëffende pad te bewandelen: na het opdoeken van Kyuss rees Queens Of The Stone Age als een feniks uit de as. Het zal ons benieuwen of Future Of The Left een dergelijke status weet te bereiken.
Actueler kon een groepsnaam in deze bizarre tijden niet zijn, maar dat is meer toeval dan een woeste muzikale interventie in de Belgische federale politiek. Wanneer Future Of The Left zijn debuut aftrapt met “The Lord Hates A Coward” hebben ze het vast niet over strubbelende formatiegesprekken. Hopelijk niet, want de dreiging die van regels als “violence solved everything” uitgaat, jaagt de luisteraar de stuipen op het lijf. En daarmee lijkt duidelijk dat het Future Of The Left menens is.
Hoewel het absoluut een andere band is, gaat Future Of The Left met Curses verder waar McLusky het na The Difference Between You And Me Is That I’m Not On Fire voor bekeken hield, net zoals het titelloze QOTSA-debuut als een logisch vervolg op Kyuss’ … And The Circus Leaves Town gezien kan worden. Al houden daar de gelijkenissen met de woestijnrockers zowat op. FOTL klinkt veel gebalder en Falkous is op dit album explicieter dan ooit. Zo krijgt Colin Powell een serieuze veeg uit de pan in het zeer strakke “Manchasm”: “Colin is a pussy, a very pretty pussy.” Het minste dat hiervan gezegd kan worden, is dat FOTL zich niet bezondigt aan inspiratieloze scheldpartijen richting US of A zoals zoveel andere bands heden ten dage wel eens doen.
Muzikaal klinkt Curses voor een beetje McLusky-fan zeer vertrouwd, zonder dat het idee opspeelt dat je naar een flauw afkooksel luistert. Er zijn bijvoorbeeld de, vooral tekstuele, verwijzingen naar folk in “Suddenly It’s A Folk Song” en de als song vermomde sneer naar de Britse conservatieven in “Fuck The Countryside Alliance”, dat zeer slepend en dreigend klinkt, alsof elk moment het ergste — of luidste — kan gebeuren, maar FOTL kiest ervoor de spanning erin te houden en gunt de luisteraar pas een ontlading in het van een uiterst meebrulbaar refrein voorziene “My Gymnastic Past”.
Het is op deze manier dat Curses veertien songs lang van het ene hoogtepunt naar de andere climax dendert. Want waar andere bands goedkoop trachten te scoren door hun plaat te openen met de single, zit die hier als prijsbeest “adeadeneyalwayssmellsgood” ergens achteraan verstopt, als kers op de taart. Of Falkous nu politici een veeg uit de mantel geeft of helemaal de politiek incorrecte toer opgaat door in “Small Bones Small Bodies” kinderskeletten als onderwerp voor een song te kiezen, FOTL deelt de ene mokerslag na de andere uit en heeft een debuutplaat op de wereld losgelaten waar de wereld, voor zover opgemerkt, vast niet van terugheeft. Bij deze kan de rouwperiode om het heengaan van McLusky –eindelijk — definitief als afgesloten beschouwd worden.
Future Of The Left opent op 5 oktober voor Against Me in de AB en komt als headliner terug op 7 november (Recyclart), 10 november (Trix) en 11 november (Terminus Oostende).