Nadat Dear Leaders All I Ever Wanted Was Tonight vorig jaar met veel vertraging in ons land werd uitgebracht, is het met The Alarmist eindelijk tijd voor een eerste echte Belgische release. Dat de groep met zijn nieuwe plaat eindelijk een eigen identiteit uitstraalt, rechtvaardigt het uitstel.
Hadden wij het vorig jaar nog heel even over U2 in onze recensie over All I Ever Wanted Was Tonight? Met “Nightmare Alleys” mogen die referenties meteen weer van stal worden gehaald, want het eerste nummer van The Alarmist is het soort stadiumrocker waarbij er spontaan verwijzingen naar bands als U2, Live, Oasis en Manic Street Preachers naar boven komen. Het beukende gitaarwerk wordt breed uitgesmeerd en lijkt uitermate geschikt om een groot publiek op een volgelopen festivalweide te bekoren.
Daar leek de groep ten tijde van All I Ever Wanted Was Tonight met nummers als “Raging Red” en “All I Ever Wanted Was Tonight” al op te mikken, maar toen bleef het bij goede bedoelingen. Dear Leaders nieuwste telg klinkt fijner afgewerkt en weet met een preciezere timing betere accenten te leggen. Getuige “Radar” dat “Nightmare Alleys” met zijn wild refrein nauw opvolgt, terwijl een aparte songstructuur en haperende zanglijn een interessante plaat aankondigen.
“Father Baker” en “Labor On” bevestigen dat vermoeden. Ofschoon de nummers een stuk minder hard beuken, is er nergens nog een schaduw van Aaron Perrino’s vorige groep The Sheila Divine, of van andere grote voorbeelden merkbaar. Dat is in ieder geval een hele vooruitgang tegenover Dear Leaders vorige platen, waarop Perrino zich zo nu en dan al eens in een teveel aan adoratie voor Thom Yorke dreigde te verliezen.
Het enige overblijvende karaktertrekje uit het vroege Dear Leader-tijdperk is Perrino’s roeping om protestsongs op de wereld los te laten. Een erg originele invalshoek is het natuurlijk niet, maar het is evenmin een copyright product waar één groep het alleenrecht op heeft, bijgevolg valt er weinig bezwaar tegen op te tekenen. De titel The Alarmist bewijst overigens dat de groep hier heel bewust voor kiest.
Dat het schrijven van protestsongs ook op een moderne manier kan, bewijst de ghost track na “Every Man” trouwens perfect. Met Death Cab For Cutie-achtige bits en bleeps slaagt Dear Leader erin om zelfs tijdens de laatste minuten van zijn plaat nog te boeien met een nummer over het Big Brother-aspect van het internet. En dat na een constant fijn in het gehoor liggende plaat met slechts weinig ergerlijke momenten. Op Perrino’s non-muzikale klaaggedicht “Lead The Way” na, hebben wij immers nergens de behoefte gevoeld om te vloeken.
Natuurlijk kunt u in The Alarmist nog altijd een flauwe popplaat zien in een tijdperk waarin er een veel te groot aanbod is, maar zelfs dan bent u nog altijd verplicht om te erkennen dat Dear Leader met zijn nieuwste plaat aan een gunstige opmars bezig is en zelfs met de vingers in de neus boven het niveau van het gemiddelde poprockgroepje van tegenwoordig uitsteekt. Wij vinden het bijgevolg logisch om na The Alarmist nog meer uit te kijken naar wat nog komen moet.