Het engeltje op onze linkerschouder vraagt niets liever dan dat we bij het vallen van de avond zielsverwanten als Isobel Campbell en Emiliana Torrini in de cd-lader schuiven. Wil het duiveltje op de rechterschouder van de ketting, dan kan alleen de vunzige hitsigheid van Peaches soelaas brengen.
De Canadese Merrill Nisker a.k.a. Peaches bevestigt met Impeach My Bush, ondertussen het derde album, wat in electropunkmiddens allang gemeengoed is: zij en zij alleen is de hogepriesteres van de met seks volgestouwde dirty lyrics. Mama en papa zijn ongetwijfeld heel trots.
Waar op Teaches of Peaches en Fatherfucker nog volop vragen gesteld werden over identiteit, trekt Impeach My Bush meteen strijdend op gang: "Let’s face it, we all want tush / if I’m wrong impeach my bush". Obviously een sneer naar de klojo in het Witte Huis, maar ook een beginselverklaring: let’s cut the crap, gewoon zeggen waar het op staat.
Niet dat ze ooit géén blad voor de mond genomen heeft (zie weinig aan de verbeelding overlatende tekstuele parels als "Shake Yer Dix" of "Fuck The Pain Away"). Met "Tent in Your Pants" is het ook van dattum en dient zich al meteen de eerste total killer on the dancefloor aan. Een vuile beat die afgelikt wordt door smerige synths en hitsige kreuntjes van Peaches: verslavend. Alleen is de song wel heel schatplichtig aan "Lapdance" van N.E.R.D., die andere stomende brok nachtclubvoer.
Op haar best klinkt Peaches als ze de gitaar omgordt en vuile riffs over haar tempels van lust drapeert. "Do Ya" en "Hit It Hard" duwen het album in een hogere versnelling en zijn meer dan aardige oefeningen in het crossovergebied tussen rock en electro. Vooral de electrorock van "Boys Wanna Be Her" is een geheide stamper. Ook lyricsgewijs kan dit op goedkeurend gegrom rekenen: de vrouwelijke rockster die hier neergezet wordt, dwingt bewondering af bij beide seksen en is op haar eentje verantwoordelijk voor massahysterie en -vervoering. Girl power, maar die term is te besmet sinds de doortocht van de in alle opzichten legendarische Spice Girls.
Het vrolijk huppelende "Downtown" zouden we als enige song van de plaat nog wel durven opzetten in het bijzijn van kleinere neefjes en nichtjes. Het werd niet voor mogelijk gehouden, maar Peaches kan wel degelijk metaforen gebruiken: "I wanna take you downtown / show you my thing", neuriet ze heel onschuldig, en ze nodigt je uit voor een rondje sightseeing, zij het niet in haar woonplaats Berlijn, maar in de heuvels van het vrouwelijke lichaam.
Live belooft Peaches zo mogelijk nog stomender en in-your-face te worden dan op plaat. Samantha Maloney (Hole, Mötley Crüe, Eagles of Death Metal) die live drumt op sommige albumtracks ("Give ’er", met Josh Homme op gitaar, "Do Ya" en "You Live It") speelt ook mee in de nieuwe liveband van Peaches, aangevuld met ex-Courtney Love gitaarknechtje Radio Sloan en JD Samson van Le Tigre op synths. Een exclusief vrouwelijke band dus, en sowieso de eerste keer dat Peaches met haar eigen band de hort optrekt. Momenteel op tour met Nine Inch Nails in Noord-Amerika, maar in de herfst doet de totaalervaring genaamd Peaches ook Europa aan.
"You love it when I’m mad", schreeuwt Peaches, met vocale ondersteuning van Joan Jett, op "You Love It’, en zo is het maar net. Alleen jammer dat de Campbells en Torrini’s van deze wereld na het Peaches-geweld onherroepelijk een tijdje overkomen als flauwe treezekes.