Een jaar of twee geleden werd menig muziekliefhebber verbaasd door
een Frans bandje dat zichzelf Nouvelle Vague noemde. Op hun
titelloze debuut maten deze iconoclasten namelijk een aantal punk-
en new waveklassiekers een jazzy bossanovajasje aan. Zo kreeg de
argeloze luisteraar een aantal uitermate lichtvoetige versies
voorgeschoteld van donkere, zelfs deprimerende klassiekers als
Joy Divisions ‘Love Will Tear Us
Apart’ en Tuxedomoons ‘In a Manner of Speaking’ (u misschien bekend
van één of andere tv-reclame). Toch bleken er aan deze plaat ook
enkele weerhaakjes te zitten. Zo werd ‘Pssyche’, een stamper van
Killing Joke, herschapen in een
dreigende, trage song waar wij nog steeds kippenvel van krijgen, en
werd het briesende ‘Too Drunk to Fuck’ van Dead Kennedys omgetoverd
tot een wel erg geile ode aan de seksualiteit.
En nu is de opvolger er dus. Het plaatje kreeg de passende titel
‘Bande à part’ mee, en doet precies wat het moet doen: het tovert
een gelukzalige, ongetwijfeld bijna schaapachtige glimlach op ons
gezicht. Het concept van ‘Bande à part’ is exact hetzelfde als dat
van het debuut. Nog steeds worden bekende en minder bekende songs
uit de jaren ’70 en ’80 vakkundig omgebouwd tot rustig
voortkabbelende loungeliedjes.
Zo begint de plaat bijvoorbeeld met ‘The Killing Moon’, onzes
inziens één van de mooiste songs die Echo and the Bunnymen ooit
hebben gemaakt. Doordat het lied is omgezet in ¾, de maatsoort die
ook gebruikt wordt bij walsen, krijgt het een wiegend karakter, en
doet het zo denken aan een slaapliedje (waarmee wij uiteraard niet
willen beweren dat het saai wordt, integendeel). Een andere
uitschieter is ‘Let Me Go’, een cover van Heaven 17, waar de
pompende drums van het origineel vervangen zijn door een ritmisch
Braziliaans gitaartje, dat eerder beelden oproept van palmbomen en
cocktails dan van donkere clubs. Ook de covers van the Buzzcocks (‘Ever Fallen in Love’),
Blondie (‘Heart of Glass’) en Billy Idol (‘Dancing with Myself’)
roepen hetzelfde sfeertje op.
De scherpe kantjes zijn echter ook nog steeds aanwezig op deze
plaat. Bauhaus’ ‘Bela Lugosi’s Dead’ wordt ingeleid door
onheilspellend klokkengelui, en klinkt in de versie van Nouvelle
Vague al bijna even duister als het origineel. Hét hoogtepunt is
echter een heerlijke, tot de essentie herleide versie van Visages
‘Fade to Grey’, dat enkel door een accordeon en echoënde
voetstappen en stemmen wordt begeleid.
Het mag duidelijk zijn dat dit album op zich niets nieuws onder de
hevig brandende zon brengt, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat
u niet de moeite hoeft te doen om er eens kennis mee te maken.
‘Bande à part’ is namelijk een fantastische zomersoundtrack, die
uitstekend valt te consumeren met een caipirinha.
Enjoy!
Mogen wij u trouwens even de limited edition van dit album
aanraden? Voor een klein beetje meer geld krijgt u er dan vier
songs bij. Zo is er bijvoorbeeld ‘Sweet and Tender Hooligan’ van
the Smiths, waar zangeres Melanie Pains Franse accent in combinatie
met haar ijle stemmetje wel heel erg charmerend werkt. Verder wordt
er ook nog voorzichtig geëxperimenteerd met funk (‘Shack Up’ van A
Certain Ratio) en reggae (‘Israel’ van Siouxsie and the Banshees).
Tenslotte krijgt u er ook nog een hartverwarmende versie (ja hoor,
u leest het goed) van Grauzones ‘Eisbär’ bovenop. Deze vier extra
tracks zijn meer dan de moeite waard, en voor die paar euro’s meer
hoeft u het dus zeker niet te laten.