Het is intussen al meer dan drie geleden dat The Sheila Divine het loodje legde. De band die in de USA al die tijd geen aandacht kreeg, maar zich via ons beloofde Belgenlandje langzaam maar zeker een weg naar de top baande, bleek uiteindelijk gedoemd te sterven. Niettemin ging Aaron Perrino moedig verder met een nieuwe groep, Dear Leader, die nu — na toch al twee studioplaten — een liveplaat klaar heeft.
"Where did it all go wrong?", vraagt Aaron Perrino zich af in "My Life As A Wrestler". Onze mening? Ergens ten tijde van The Sheila Divines Where Have My Countrymen Gone?. Nadat The Sheila Divine zowat iedereen met zijn ijzersterke debuutplaat New Parade had weten te overtuigen, rijpte bij Aaron Perrino het idee om op het patrimonium van Thom Yorke te mikken. Dat viel bijvoorbeeld zeer duidelijk te horen in een song als "Countrymen", waarin Aaron al eens belachelijk hard zijn best deed om hoog te zingen. En dat nadat The Sheila Divine met New Parade toch een sound als een huis had neergezet en zulke trucjes al lang niet meer nodig had. Het was de vooravond van de val. The Sheila Divine zou nog één keer raak schieten met de e.p. Secret Society, om vlak na die release al de split aan te kondigen. De ontgoocheling bij de fans was enorm, wetende dat er nooit nog een New Parade zou volgen.
Doch niet getreurd: kort na de split startte Aaron alweer een nieuwe groep. Daarvoor koos Aaron de naam Dear Leader, en dat in de tijd dat Radiohead Hail To The Thief uitbracht (valt uw Euro?). Toch werd er voor debuutplaat The Good Times Are Killing Me geen Belgische distributeur gevonden, waardoor Aarons Belgische supportersteam op zijn honger bleef zitten.
Ook voor de vervolgplaat All I Ever Wanted Was Tonight kreeg Lunch Records maar geen Belgische distributeur versierd. En u zou hier nog altijd niets over Dear Leader lezen indien ondergetekende de liveregistratie Captured At The Paradise, March Five, Two Thousand Five niet toevallig in de betere importzaak gevonden had.
Dat zou spijtig zijn, want Captured At The Paradise March Five, Two Thousand Five is een doortastende kennismaking met Dear Leader. Dat is volledig te danken aan de uitgebreide setlist van het geregistreerde concert. Dear Leader jaagde er op die bewuste avond in maart op twee na alle songs van de jongste plaat All I Ever Wanted Was Tonight door, aangevuld met het meest relevante materiaal van The Good Times Are Killing Me en een paar covers, waaronder "There Is A Light That Never Goes Out" van The Smiths.
Goed nieuws dus? Niet helemaal. Dear Leader slaagt er immers niet in de krater van The Sheila Divine op te vullen. Het geluid van The Sheila Divine kwam tot evenwicht in de luide, zelfs naar metal neigende gitaren die de enorme stem van Aaron Perrino een groot platform gaven. Dear Leader heeft geen platform van dat kaliber. Daardoor is Aarons stem verplicht een veel groter deel van de sound te dragen, wat Dear Leader een stuk stemafhankelijker en daardoor ook minder interessant maakt. Echt beschamend wordt het echter pas in songs als "Connectivity" en "Billion Served", waarin de groep zich werkelijk iets té letterlijk aan voorbeelden uit het Britse koninkrijk onderwerpt.
Met The Sheila Divine in het achterhoofd is Dear Leader dan ook een groot verlies. Of er eigenlijk wel meer van Dear Leader te verwachten viel? Die vraag laten we wijselijk in het midden, maar noteert u gerust even dat we hier wel wat meer dan de zoveelste zanger met hoge stem gewoon zijn.