Het Toneelhuis :: Jean-Baptiste

Wie het eerste deel van de Wayn Wash-trilogie mocht smaken keek reikhalzend uit naar het vervolg. Wayn Traub deinst er dan ook niet voor terug om hoog in te zetten. Maar worden de hooggespannen verwachtingen ook ingelost?

Het podiumbeeld is sober maar elegant, een gigantische art nouveau boomnimf houdt twee filmschermen voor zich uit. De dans wordt veelbelovend ingezet: simultaan ontwikkelt zich een strakke choreografie van beelden op de maat van Wim De Wildes muziek. Links maakt het Vlaamse Radio Orkest zich klaar voor het concert, tegelijk worden rechts in een rechtbank de hoofdrolspelers aangevoerd van een moordzaak. Op het podium voor het standbeeld speelt zich intussen een fabel af over een slang en een vos, vertolkt door de twee hoofdactrices uit Maria Dolores.

Traub ontpopt zich steeds meer tot een totaalkunstenaar die zo lijkt weggesukkeld uit de negentiende eeuw. Romanticus en symbolist in hart en nieren omarmt hij volop moderne technieken om zijn visioenen te realiseren. Waar Deel I vooral uit de band sprong door een complexe, maar intrigerende wirwar van verhaallijnen, wordt hier ook op dat vlak voor meer eenvoud gekozen. Het moordverhaal kent een paar min of meer verrassende wendingen, maar overweldigt nergens. De enige intellectuele uitdaging die je als toeschouwer krijgt, is het uitdokteren van de verbanden tussen fabel en rechtszaak. Actief denkwerk ruimt vooral baan voor een sterk gevoelsmatige beleving van de prachtige muziek. Hier wordt een opera opgevoerd met een paar ontroerend mooie momenten. Vooral wanneer Jean-Baptiste — een Farinelli-alter ego van niemand minder dan Traub zelf — zijn dik aangezette liefdesverklaringen uitzingt, wordt de zaal stil en gaan hoofden spontaan meewiegen. Dit is te puur en oprecht om het zomaar als kitsch te bestempelen.

Toch zijn de mooie momenten te schaars om van een geslaagde voorstelling te kunnen spreken. Tijdens de nabespreking vraagt Wayn Traub zich dan ook terecht hardop af waarom het stuk niet werkt zoals hij het in zijn hoofd had. Waarschijnlijk spelen verschillende factoren een rol. Het evenwicht tussen de verschillende media is een beetje zoek. De muziek overklast het dunne verhaal helemaal en er gebeurt veel te weinig op het podium om een klassiek theaterpubliek echt bij de voorstelling te betrekken. Eigenlijk maakt de hele fabel een haast overbodige indruk, dit had even goed en misschien zelfs beter gewerkt in een filmzaal dan in een theater. Het stuk verliest zich eigenlijk nog het meest in het spanningsveld tussen doordachtheid en spontaniteit, tegelijk een drijvende kracht en een achillespees.

Toch boezemt de gekozen richting ontzag in en het talent van Wayn Traub en zijn hele ploeg staat buiten kijf. Maria Dolores werd dan ook terecht geroemd en gelauwerd op de grote internationale podia. Als publiek voel je je getuige van een groeiproces van iemand die het wel eens helemaal zou kunnen maken. Welke richtingen de regisseur tijdens zijn verdere ontwikkeling zal inslaan lijkt minder duidelijk. Van oorsprong filmmaker maakte hij een omweg naar de mogelijkheden die de theaterwereld hem bood om zijn beeldtaal multimediaal uit te breiden. In Jean-Baptiste lijken deze theaterconventies juist beperkend te werken, de noodzaak van een verhaallijn en dramatische actie op het podium zijn niets meer of minder dan een blok aan het been. Zelf beweert de Traub dat zijn interesse op dit moment meer uitgaat naar het maken van films, maar het begint er steeds meer op te lijken dat de regisseur veel meer zou kunnen bereiken wanneer hij zich helemaal zou toeleggen op opera, om van daaruit grensverleggend te gaan werken.

Voorstellingen nog tot 30/10 en volgend jaar van 03/05 tot 10/06. Maria Dolores is deze maand ook nog hier en daar te zien tot 27/10 en dan nog eens op 08/06 in het Kaaitheater. (zie de site van het Toneelhuis)
Tijdens het Filmfestival van Gent wordt ook de verfilming van Maria Dolores vertoond. (zie festivalsite, bekijk de clip)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in