Even door deze nieuwste Vrije Vlucht bladeren deed ons alvast wat vooroordelen boven halen. Het zag ons er allemaal iets te braaf en te klassiek uit om een plaatsje in deze collectie te rechtvaardigen. Gelukkig dus dat het verhaal ons onmiddellijk meezoog en we die reserves al snel konden laten varen. Dit album biedt meer dan het op het eerste zicht belooft.
We treffen drie zwervende weeskinderen aan de poorten van een onbekende stad. Het blijkt geen stad als een ander en er als zwerver binnenraken is onbegonnen werk. Maar het lukt: William, Benjamin en Clotilde raken de muren binnen en al snel blijkt in het exclusief voor nette burgers gereserveerde stadje een panische angst te heersen. Langzamerhand ontdekken de kinderen meer vreemde dingen, maar verklaringen worden opgespaard tot deel 2.
De mythe van de boeman is bekend, maar Filippi neemt er zijn tijd voor. Zonder inleiding of voorkennis word je in het verhaal gesmeten en vanaf dan wordt informatie aangereikt zonder verklaringen. De lezer wordt evenveel in het ongewisse gelaten als de protagonisten en deze strip leest dan ook als een thriller, die bij momenten ook een erg emotionele lading krijgt.
Lebeault zet het verhaal erg efficiënt in beeld. Met zijn sobere tekenstijl staat hij de vaart van Filippi’s scenario niet in de weg en zijn inkleuring zorgt voor een onwereldse atmosfeer die het verhaal buiten de tijd plaatst. Meer dan eens doet de onbestemd negentiende eeuwse sfeer van het album denken aan Ferry’s De kronieken van Panchrysia.
De Boeman is geen grote strip of een instant-klassieker. Dit is degelijk vakwerk: een verhaal met vaart, een goeie cliffhanger op het einde die doet uitkijken naar het tweede deel en dat netjes maar weinig wereldschokkend in beeld gezet. Het betere ontspanningswerk.