"The band became a picture frame surrounding the vision he dreamt", zingt Stephen Malkmus op Pig Lib. Met deze woorden beitelt hij de ideale epitaaf op de grafsteen van Pavement, de band in kwestie. Tegenwoordig droomt Malkmus in het gezelschap van The Jicks. Pavement is dood, leve Stephen Malkmus!
Met zijn titelloze solodebuut uit 2001 zei Malkmus het Pavement-tijdperk definitief vaarwel. Gelouterd door een sabbatjaar onder de palmbomen van Hawaï, kwam hij op de proppen met iets nieuws. Bij Pavement vormden de scherpe kantjes de essentie van de nummers, bij de Malkmus van de eenentwintigste eeuw gaven ze een meerwaarde aan de songs.
Malkmus’ typische stemgeluid blijft natuurlijk, net als de teksten waarvan niet meteen duidelijk is of woordkunstenaar Malmus er ook nog iets mee bedoelt. Het geheel straalt nog steeds melancholie uit, maar de nummers worden soberder en toegankelijker. De Amerikaanse college radio’s verloren het alleenrecht op Malkmus’ zielenroerselen; ook de meer bezadigde luisteraar vond nu zijn meug in het repertoire. Een bescheiden radiohitje met "Jenny & The Ess-dog" was het logische gevolg.
Met Pig lib verschuift de aandacht van het individu naar de groep. The Jicks krijgen een meer prominente rol op het plaatje : Joanna Bolme als bassiste, Mike Clarke op de keyboards en John Moen achter de drums. Meer dan tien jaar na het Pavement-debuut Slanted & Enchanted heeft Malkmus weer een groep rond zich verzameld. Tegelijk grijpt Malkmus weer terug naar de seventies riffs waarmee hij telkens opnieuw het concept ’rock’ tracht uit te vinden. Uit Malkmus’ gitaar groeien weer angeltjes die zich vastbijten in je trommelvlies, zoals in "Animal Midnight", een van de meest beklijvende nummers van het nieuwe album.
Vernieuwend is het allemaal niet. De bewust gecreëerde lofi trucjes hebben we al vaak gehoord in het genre, en de uitgesponnen gitaarriffs verliezen wel eens hun charme. Zo sleept het negen en een halve minuut durende "1% of one" zich naar zijn einde, en lijkt het eerder op een uit de hand gelopen jamsessie dan op een uitgewerkte song. Een schoonheidsfoutje dat onmiddellijk wordt goedgemaakt door "Us", het meest melodieuze en catchy nummer van de hele plaat.
Malkmus is de man van de intellectuele woordspelletjes – zong hij nu ’career’ of ’Korea’ op "Cut Your Hair"? Of was het dan toch een hommage aan ijshockeyspeler Paul Kariya ? Als fervent Scrabble-speler nodigt hij de luisteraar uit zijn eigen fantasie te gebruiken bij de interpretatie van de teksten. Het speelse uit de tijd van Wowee Zowee laat hij echter achterwege, en dat blijkt echt wel een gemis, of wat te denken van ’He cooked her a dinner/And boy, it’s a winner’?. De lyrics lijken te meanderen tussen empathie en doelloosheid tot ze culmineren in een vraagteken aan de horizon, en de luisteraar met een halfonvoldaan gevoel achterlaten.
Hoewel Malkmus kan rekenen op een schare trouwe fans, bezondigt hij zich niet aan de hybris die zijn vaderland soms kenmerkt. Geen overmoedige uitstapjes naar nieuwe genres, geen verrassende nieuwe wendingen… "Water and a Seat": Malkmus weet wat hij wil en blijft trouw aan zijn roots. Samen met geestesgenoten Guided by Voices vormt hij een lichtend baken in het lofi landschap.
Malkmus’ songs refereren voortdurend naar de hoogdagen van Thurston Moore en de zijnen. Pig lib lijkt dan ook een album voor al wie regelmatig nog eens zijn t-shirt van Sonic Youth uit de kast pleegt te halen en zich dan weemoedig afvraagt waar de oude helden zijn gebleven. Zich wentelen in de modderbrij van de festivalweide is er misschien niet meer bij, maar Stephen Malkmus houdt de herinnering levend. Voor de jongere generatie is deze plaat dan weer een ideale gelegenheid om ook het oudere werk van Pavement te leren kennen.