Maatschappij Discordia/tg Stan/Cie De Koe :: Vandeneedevandeschrijvervandekoningendiderot (AD)

Damiaan De Schrijver (Tg Stan), Peter Van den Eede (Cie De Koe) en Matthias De Koning (Maatschappij Discordia) haalden Diderots "Paradoxe du comédien" onder het stof vandaan en bestrooiden hun pruiken vol talkpoeder. En bij elke klap waait het talk-stof weer omhoog… en meteen ook de stof tot discussie…

Want inderdaad, je zou je kunnen afvragen wat de waarde van zo’n ouderwetse tekst als die van Diderot heden ten dage nog kan zijn. En moeten we naar aanleiding daarvan dan echt weer die hele mind-body- polemieken gaan voeren?

Antwoorden krijg je -gelukkig- niet, want achter al die eenduidige ‘maskers’ ligt een onmetelijke ruimte van vragen en onzekerheid…en in de taal van deschrijvervandeneededekoning meteen ook een wereld vol hilariteit en sublieme spitsvondigheden.

De drie acteurs maken zich klaar om "te spelen". Hiervoor zetten ze achttiende eeuwse pruiken op waarbij ze spelenderwijs met talkpoeder knoeien. Ze delen wat klappen uit waardoor telkens een walm stof opwaait… Zo lijkt het alsof ze meteen ook de oude tekst van Diderot afstoffen. Het is een ware kunst hoe ze deze tekst , hoewel in flarden, zo brandend actueel maken.

Slapstick en wreedheid omarmen elkaar constant of spelen kat en muis. De grenzen van het "geloofwaardige" worden afgetast. En zoals Diderot een parallel trok met schilderkunst en theater , krijgen we hier meteen ook een opeenvolging van prachtige tableaux te zien. Op een tafel "schildert" Damiaan de Schrijver een trompe l’oeil stilleven, door fakegevogelte, -vis en -asperges op de tafels aan beide kanten van de "scène" te rangschikken.

Denis Diderot schreef Le Paradoxe du comédien als reactie tegen het theater van zijn tijd. Volgens hem was het toenmalige theater te fel gericht op de toeschouwer. Het kenmerkte zich door maniërismen en klassieke plotwendingen. Op een ironische manier gaan De Schrijver, Van den Eede en De Koning hierop in wanneer ze het hebben over het treurspel en een resem mogelijke dramatische wendingen verzinnen. Ook de maniërismen krijgen we regelmatig op karikaturale en grappige wijzen verbeeld.

Diderots ideaal is de "acteur van het verstand", die niet voelt, maar wel de ‘uiterlijke tekens’ imiteert terwijl hij zichzelf en de medespelers met koele, rationele blik observeert. Op die manier kan de toeschouwer zich dan — volgens Diderot — inleven. Onderliggend vinden we een bepaald soort denken over de interactie tussen toeschouwer en acteur. Dit brengt de vraag meteen ook bij de problematiek van de blik. Wie kijkt naar wie? Wie wordt door wie of wat bekeken?

Het begint reeds bij de opbouw van de scène en de plaats die het publiek en de acteurs innemen. De acteurs bevinden zich namelijk in een strook in het midden. Door de stoelen en tafels die er staan krijgen ze maar heel weinig bewegingsvrijheid en lijken ze wel gevangen. Natuurlijk leidt dit ook weer tot slapstickmomenten wanneer je bedenkt hoe de Schrijver er moet passeren met zijn "Bourgondische" buik. De toeschouwers zitten langs beide kanten van de acteurs en kijken elkaar dus ook aan. Object en subject van de blik worden volledig met elkaar verweven en zijn niet meer aan te duiden. De acteurs kijken ons en elkaar aan, het publiek rechtover kijkt naar ons, wij kijken naar hun, enzoverder…

Wat gebeurt is dat we net door het transparant worden van deze hele acteurs-publieksituatie , wat aanvankelijk eenduidige rollen en posities lijken te zijn, geleid worden naar een niets vermoedende complexiteit. Het is net die "ontmaskering" van wat ogenschijnlijk een eenvoudig te duiden gebeuren is, die een absolute opaakheid onthult. Een gelijkaardig proces wordt onthult in verband met de acteur en "het spelen van een rol". Dit doen de acteurs allemaal zonder ooit uitleggerig te worden en met het grootste amusement voor zichzelf én het publiek.

Grappig is bijvoorbeeld ook hoe ze hun eigen persoonlijkheden etaleren en cultiveren en tegelijkertijd zichzelf weer volledig decentraliseren. En dan weer ironischgewijs uitvergrote emoties ten tonele brengen,… En wilden we ooit niet be-GRIJPEN wat ‘echt’ of ‘fake’ was?

"(…) dadelijk achter het masker begint het geheim (…) daar waar het masker au sérieux wordt genomen, mag men niet weten wat zich erachter bevindt. Het drukt veel uit maar het verbergt nog veel meer. (…) De spanning tussen de starheid van het uiterlijk (hiermee bedoelt hij het masker) en het geheim erachter kan enorme afmetingen aannemen. Het fascineert en tegelijk dwingt het tot een afstand.(…) Het zekere van het masker, zijn duidelijkheid, is met onzekerheid geladen." Uit: "Massa & Macht, Elias Canetti.

Hoewel dit citaat volledig uit zijn context wordt gerukt, lijkt het mij interessant dit hier te plaatsen. Het wisselende spel der metamorfosen, het gevaar dat achter het masker dreigt, de risico’s, en de onzekerheid…het zijn echter de elementen die je steeds terug vindt in het werk van de drie theatermakers. Ze zijn niet bang om deze grenzen af te tasten en maken er nog eens één voor één sublieme theaterstukken van. Deze keer gebeurt het echter letterlijk. En het is niet voor niets dat het bij de aankondiging dan ook "demonstratietheater" wordt genoemd.

Op een directe manier trachten ze hun risicospel deze keer te "ontmaskeren". Gemeenschappelijk met Diderot "verfoeien" ze ook bepaalde theaterconventies. (Het gaat hier om radicaal andere "conventies" weliswaar). Voor de acteurs betekent dit dan concreet dat ze constant op zoek gaan naar het aftasten van die grenzen. En ondanks sommige kritieken dat dit ook maar een format is dat steeds herhaald wordt, blijft er toch een groot verschil. Het gaat niet om een gesloten systeem dat je zomaar kan overnemen. Maar het is juist de dynamiek van steeds opnieuw openingen te creëren die hun typeert en hun theater ook telkens opnieuw levendig en verfrissend houdt.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in