Zoals u vast al weet, nemen wij bij Goddeau zelden of nooit de gemakkelijkste weg en daarom proberen we het nieuwe album van David Bowie als een verhaal van een kersvers auteur te bespreken. Want Heathen, Bowies 27ste studioalbum, laat zich inderdaad beluisteren zoals je een boek leest of een film bekijkt. Het is een waar avontuur, een mini-epos gebleken.
Met de proloog tot Heathen, "Sunday", lijk je wakker te worden in een verlaten woestijn. Het klinkt opmerkelijk kaal en naakt, en al snel vraag je je af hoe lang dit kan blijven duren. Bowie opent zelf: "Nothing remains" om daarna te vervolgen dat "it’s the beginning of nothing, and nothing has changed, everything has changed". Het is echt even zoeken naar de juiste ‘vibe’, maar na bijna vier minuten barst het lied in "Sunday" plots open, enkel om een minuut later afgebroken te worden… Net genoeg om ons nieuwsgierig te maken.
Het eerste hoofdstuk gaat op het losgeslagen, maar toch gecontroleerde geweld van de laatste minuut van "Sunday" voort. In de Pixies-cover "Cactus" blijft de gezellige krankzinnigheid van Frank Black en de zijnen perfect overeind. Na die krankzinnigheid volgt vanzelfsprekend enige bezinning, en "Slip away", sterk Grandaddy-achtig aandoend, is daar het ideale nummer voor. Een tikje gelaten maar verrassend passievol lijkt Bowie het verleden letterlijk ("Some of us will always stay behind, down in space it’s always 1982, the joke we always knew, oh, what’s the matter with you?") en figuurlijk van zich af te zingen.
Hoorbaar bevrijd van heel wat ballast en al minutenlang gedragen door bijzonder gedreven baswerk, snijdt Bowie met "Slow burn" (met niemand minder dan Pete Townsend op leadgitaar) en "Afraid" een nieuw hoofdstuk van Heathen aan. Beide nummers klinken opvallend theatraal en worden op de achtergrond regelmatig opgevuld met speelse blazerklanken of nuchtere strijkerpartijen.
Bij de bombastische begintonen van het volgende nummer versta je al snel dat je voor een van de krachtigste songs van het album staat. "I’ve been waiting for you" (oorspronkelijk van Neil Young en hier met Dave Grohl op gitaar) benadrukt het feit dat de eerste helft van Heathen grotendeels op (bas)gitaarwerk steunt en daaruit een overgroot deel van zijn kracht put.
Met "I would be your slave" en "I took a trip on a gemini spaceship", laat Bowie de gitaar een hoofdstukje liggen: basgitaar en eclectische elektronicageluiden vullen de leegte zonder ook maar iets van power in te leveren. Vooral het tweede nummer overweldigt, het lijkt of je doorheen de vorige hoofdstukken van de woestijn in een hectisch stadscentrum beland bent.
In het laatste hoofdstuk van Heathen trekt Bowie dan weer steeds meer de stilte in. "5.15 The angels have gone", absoluut een topnummer, vereist een tijd lang enig zoekwerk en net als je denkt de juiste richting gevonden te hebben, tovert Bowie nog snel een rare bocht uit zijn hoed. Voor "Everyone says ‘hi’ " en "A better future" haalt Bowie nogmaals de oude akoestische gitaar van onder het stof en hij plaatst ze prompt op de voorgrond. Mede daarom zijn het, ondanks enkele duistere hoekjes, songs die perfect mee te neuriën zijn.
Epiloog "Heathen (the rays)" is een waardige en sfeervolle afsluiter die vreemd genoeg af en toe aan Dead Man Ray doet denken. Heathen zou perfect een soundtrack voor een nog niet verschenen film kunnen zijn. Het duurt even voor je in de ‘mood’ van het album geraakt, maar na de epiloog heb je steevast het gevoel de laatste pagina om te draaien en het boek neer te leggen. Hopelijk voelt Bowie dat zelf niet te sterk, want albums van dit niveau mag hij blijven maken.