De veelzijdigheid van de Antwerpse barokkunstenaar is algemeen bekend. Op een tentoonstelling in het Brusselse stadhuis worden twaalf kleinere schilderijen van de meester getoond. De werken, afkomstig uit de Akademie der bildende Künste in Wenen, tonen Peter-Paul Rubens (1577-1640) op zijn best.
In een intiem zaaltje hangen in totaal slechts twaalf schilderijen en olieverfschetsen. Pronkstukken van de expositie zijn twee pas gerestaureerde schilderijen. Twee mythologische scènes, Droom van Sileen en Boreas ontvoert Orithya, tonen de echte, barokke Rubens. Het lijken typische barokwerken te zijn, zoals er zoveel geschilderd zijn in de zeventiende eeuw, maar het is pas door goed te kijken en de details te aanschouwen dat je de hand van de meester herkent.
Vooral in Droom van Sileen bezorgt deze kijkhouding je een aangename verrassing. Het aanwezige stilleven, het prachtig uitgewerkte praalservies is van de hand van Rubens zelf. Door de restauratie kwam aan het licht dat het servies tijdens dezelfde fase en door dezelfde hand was aangebracht als het hoofdpersonage, de dikke dronken sileen. Een aangename verrassing, daar de wetenschap totnogtoe meende dat het stilleven atelierwerk was. Rubens stond destijds (en nu nog steeds) niet bekend als een schilder van stillevens, maar bevestigt hierdoor zijn universeel talent.
Ook het andere gerestaureerde schilderij, Boreas ontvoert Orithya, schittert in alle kleurenpracht. De bleke huidskleur van Orithya en de putti, de iets donkere huidtint van Boreas, het witte en het rode in de stoffen: alles is levensecht voorgesteld. Het schilderij trekt je aandacht, je móet er naar kijken. Rubens weet als geen ander de strijd tussen man en vrouw uit te beelden.
De geëxposeerde olieverfschetsen zijn dan weer van een ander kaliber, hier zien we de echte Rubens aan het werk, we zien Rubens denken met het penseel. Aan de inventio, het ontwerp van het kunstwerk, hechtte men veel meer belang dan aan het voltooide kunstwerk. Door onder andere de vele opdrachten die Rubens kreeg, beschikte hij over een groot atelier. Niet Rubens zelf, maar zijn leerlingen, waaronder bijvoorbeeld de alom bejubelde Antoon Van Dyck en Jacob Jordaens, stonden in voor de uitvoering van de opdrachten. Het waren de leerlingen van Rubens die de ontwerpen op het gewenste formaat uitvoerden. Rubens bekeek het resultaat, deed de finishing touch en signeerde. Dat was de gewone gang van zaken, slechts aan het creatieve proces, het ontwerp, hechtte men belang.
De Rubenstentoonstelling in Brussel is als de kers op de taart. Voor de taart kan je bijvoorbeeld terecht in de collecties van de Koninklijke Musea in Antwerpen en Brussel.
De tentoonstelling is nog toegankelijk tot en met 28 juli, van 11.00 tot 18.00. Maandag gesloten. Meer info op 02/279.64.45, of via e-mail : pascale.salesse@brucity.com
